Feedback geven is een kunst. Nou ja, kunst… Meer een ambacht eigenlijk: je kan het leren. De één wat makkelijker dan de ander, maar het ligt binnen handbereik. Hier een paar tips uit eigen keuken.
Nummer één: zeg eerst wat je goed vindt. Uitgebreid, herhaling is toegestaan. In Nederland slaan we dit vaak over. Wat goed is, vinden we vanzelfsprekend. Een gemiste kans, want het benoemen ervan zet de ontvanger in zijn kracht. Daarna zal hij beter luisteren naar je kritische noten.
Een tweede tip: spreek vanuit jezelf. Zeg hoe het op jou overkomt, wat het met jou doet. Veel boodschappen zijn een verkapt oordeel. Bijvoorbeeld: het is saai. De taal is ouderwets. De dialogen zijn geforceerd.
Betere formuleringen zijn: ik vind het niet spannend. Het spreekt me niet zo aan. Ik kan het niet volgen. Alleen als het daarbij blijft, kan de ontvanger er nog weinig mee. Het is te algemeen – en algemeenheden bieden geen houvast.
Vandaar tip drie: onderbouw wat je bedoelt. Hoe specifieker, hoe beter. Waarom vind je het niet spannend? Welk stuk kan je niet volgen? Pas wanneer je hebt vastgesteld waar de schoen wringt, kan je er wat aan doen.
Soms neemt je verbeeldingskracht het over. De hoofdpersoon is in het water gevallen, maar is het niet veel spannender als hij geduwd wordt? In het holst van de nacht, terwijl hij niet kan zwemmen en niemand zijn hulpgeroep kan horen?
Op die manier het verhaal voor een ander invullen, werkt meestal niet. Je neemt alleen de regie over. Tip vier is daarom: stel open vragen[1]. Waarom valt die man in het kanaal? Wat gaat er door hem heen?
De pluspunten benoemen. Vanuit jezelf spreken. Je mening onderbouwen. Open vragen stellen. Het klinkt zo eenvoudig, maar in de praktijk valt het niet mee. Ben je het allemaal even kwijt? Bedenk dan hoe je zelf feedback zou willen krijgen. Misschien is dat al genoeg.
Weer een interessant onderwerp. Kort en krachtig. Leuke plaatjes ook.
Peter
LikeLike
Goede tips!
LikeLike