‘We zijn bang dat de Nyiragongo gaat uitbarsten’ appt Aimée zaterdagavond. En niet veel later. ‘Hij is uitgebarsten! Wij zullen niet slapen. Op dit moment vloeit de lava alleen in Congo, maar we weten niet of dit zo blijft.’
De Nyiragongo is een van de gevaarlijkste en meest actieve vulkanen ter wereld. Hij ligt vlakbij de grote, dichtbevolkte stad Goma. Aan de andere kant van de grens in Rwanda ligt het stadje Gisenyi. En daar is Aimée.
De laatste keer dat deze vulkaan uitbarstte, was in 2002. Terwijl Aimée een doorwaakte nacht heeft, bedenk ik dat dit terugkomt in De boom met de bittere bladeren. Ik pak het boek erbij en lees over Maridadi’s bezoek aan Goma:
Terwijl we de onverharde weg opreden begon de landrover te schudden. Lavastenen. Ze lagen overal, op de weg, in de berm, tussen de huizen.
‘Wat zijn dat voor stenen?’ vroeg Puck.
Ik wilde haar antwoorden, maar Jacques was me voor. ‘Dat, mijn beste Paulien is de lava van onze vulkaan de Nyiragongo. Hij is 3470 meter hoog en ligt volledig in het nationaal park Virunga. Zes jaar geleden is hij voor het laatst uitgebarsten. Kun je je voorstellen hoe ongelofelijk spectaculair dat was?’
Spectaculair? Ik zag voor me hoe de gloeiende lavastromen Goma hadden overspoeld. De gigantische rookwolken, de zinderende hitte, de stroom vluchtelingen die in paniek onze kant op kwam. Zo heet als de hel moest het daar zijn geweest.[1]
Maridadi had gelijk: dit was bepaald geen vuurwerkshow. Destijds verloren 250 Congolezen hun leven en 120.000 hun huis. Ook nu slaan veel Congolezen in paniek op de vlucht. De meeste lopen in de richting van de Rwandese grens.
Op zondagmorgen appt Aimée dat er Congolese vluchtelingen in Gisenyi zijn aangekomen. Ze zijn opgevangen in het voetbalstadion, schrijft ze. In een persbericht[2] lees ik dat het om ongeveer 3500 mensen gaat.
En Aimée meldt nog iets anders: aardbevingen. Wanneer ik zondagmiddag met haar videobel, kan ik het live zien gebeuren. ‘Daar heb je er weer één!’ roept ze angstig. Een huis verderop is ingestort en er is brand ontstaan.
Binnen slapen durft Aimée niet meer. ‘Wij hebben onze matrassen buiten gelegd,’ appt ze die avond. Een vuile lucht waait hun kant uit. Het ruikt naar de verbrande botten van koeien en geiten.
Gelukkig heeft de gloeiende lava Gisenyi niet bereikt. En ook het dichtbevolkte Goma is gespaard gebleven. Wel zijn een aantal dorpen en buitenwijken van Goma getroffen.
De lavastromen zijn gestopt, maar de aardbevingen nog niet. Het is inderdaad gevaarlijk leven op de rand van deze vulkaan.
[1] Pagina 37.
[2] https://www.reuters.com/business/environment/volcano-eastern-congo-erupts-lava-expected-goma-says-volcanologist-2021-05-22/
Leuk stuk weer Ruth. Kan ik me even inleven in het leven van Aimee aan de andere kante van de vulkaan en de aardbevingen. Dat buiten slapen kan ik helemaal volgen. Dat had ik ook toen ik twee jaar geleden een aardbeving meemaakte. Lieve groet, Pim.
LikeLike
Dank voor dit bericht
LikeLike
Leuk, die actualiteit en de koppeling aan je boek
LikeLike