We zijn nog altijd samen

Het corona-virus is in Rwanda aangekomen, appt Aimée op 15 maart. Wij hebben ook corona, app ik terug. Dit is onwerkelijk. Voor het eerst in onze twintigjarige vriendschap worden we op hetzelfde moment getroffen door dezelfde ramp.

Bijna hetzelfde moment, moet ik zeggen. Als Rwanda haar eerste corona-patiënt identificeert, heeft Nederland al 959 geïnfecteerde en 12 sterfgevallen. Bijeenkomsten voor meer dan honderd mensen zijn verboden. Social distancing is geïntroduceerd.

Rwanda pakt het meteen drastisch aan. Direct na de eerste infectie sluiten alle scholen en universiteiten. Leerlingen van internaten worden – na een coronatest – naar huis gestuurd. Kerken worden gesloten. Geen feesten meer, geen huwelijken.

Onder deze maatregelen blijven de Rwandezen bijzonder rustig. Bij ons is iedereen gehoorzaam, appt Aimée. We kunnen goed regels respecteren. De discipline – die er in Rwanda met de paplepel is ingegoten – lijkt nu goed van pas te komen.

Maar de schrik slaat Aimée toch om het hart. Vier nieuwe gevallen, meldt ze de dag na de uitbraak. Deze ziekte maakt me bang. In haar gezondheidscentrum traint ze mensen hoe met corona om te gaan. Zelf draagt ze een mondkapje en handschoenen.

Op 21 maart telt Rwanda 17 corona-patiënten. Ik vraag aan Aimée of dat besmettingen zijn of sterfgevallen. In Nederland zijn inmiddels 106 mensen overleden aan corona, bijna drieduizend zijn besmet.

Aouf! Bij jullie is het een catastrofe! schrijft Aimée als ze dit bericht leest. Bij ons tot nu toe geen doden. Weer iets dat we nog niet eerder hebben meegemaakt. Niet in Afrika is de ramp op dit moment het grootst, maar in Europa.

Dat neemt niet weg dat Rwanda de maatregelen worden aanscherpt. Geen motortaxi’s meer, geen bussen. De landsgrenzen worden gesloten. Zoveel mogelijk thuisblijven. Alleen mensen in vitale beroepen mogen nog werken. We zijn hier als in de oorlog, schrijft Aimée.

Wij ook, app ik terug, hoewel ik nog nooit een oorlog heb meegemaakt.[1] Gelukkig werkt de digitale communicatie wel. Wanneer ik Aimée bel, vertelt ze over de kranen met zeep die overal in Rwanda zijn geplaatst. Handen wassen is nu activiteit nummer één.

Als ik ophang, denk ik aan wat Rwandezen zeggen bij een afscheid voor langere tijd. Misschien is dat op deze situatie ook van toepassing. Ondanks – of juist dankzij – de maatregelen die onze bewegingsvrijheid beperken. We zijn nog altijd samen.

[1] Later dacht ik aan de toespraak van minister-president Rutte op 16 maart. Daarin zei hij: ‘Want de maatregelen die hier en elders worden getroffen, zijn ongekend voor landen in vredestijd.’

4 gedachten over “We zijn nog altijd samen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s