Met de cover in mijn hand sta ik bij drukkerij Wilco. ‘Kom,’ zegt mijn gids. Hij laveert tussen de ratelende machines en stapels papier door. Op een dribbelpasje loop ik achter hem aan. Ik dacht dat we klaar waren, maar nu begint het pas.
De medewerker Productie van Lemniscaat is hier duidelijk kind aan huis. Links en rechts groet hij mensen, geeft corona-proof elleboogstoten. Een paar keer staat hij stil en maakt een praatje.
‘Hoeveel mensen werken hier eigenlijk?’ informeer ik. ‘Ongeveer 450,’ antwoordt hij. ‘Zoveel?’ vraag ik verbijsterd. Hij knikt. ‘Het totaal van de drie filialen,[1] inclusief de mensen van transport.’
Dat deze drukkerij geen kleintje is, zie ik ook aan de boeken. Een stapel covers van Grand hotel Europa,[2] een taalboek van Paulien Cornelisse, en De zeven zussen van Lucinda Riley. Het lijkt alsof de hele wereld hier zijn drukwerk laat doen.
Wanneer mijn gids tussen de stapels een prentenboek van Lemniscaat ontdekt, slaakt hij een vreugdekreet. ‘Hier was ik vorige week mee bezig!’ Hij bekijkt het drukwerk kritisch en loopt door.
Verderop stuitten we op Thea Beckman en Sjoerd Kuyper. Sommige boeken van Lemniscaat worden eindeloos herdrukt. Het maakt me blij dat deze boeken er niet alleen prachtig uitzien, maar ook nog steeds worden gelezen.
En dan komt de verrassing. Op een gladde tafel ligt een plattegrond van Rwanda. Daarachter zie ik hetzelfde beeld in viervoud op een computerscherm. Dit komt voorin mijn boek! Ik wist niet dat de plattegrond ook vandaag zou worden gedrukt.
Ik bekijk de print. Het gebruikte papier is gebroken wit en grofkorrelig. ‘Dat komt omdat er geen chemicaliën in zitten,’ legt mijn gids uit. ‘De inkt moet hier intrekken. Er wordt maïzena tussen de bladen gestrooid, zodat ze niet aan elkaar plakken.’
Het effect is anders dan de cover. Ook mooi, maar mat. In de hoeken zitten minuscule streepjes waar het papier moet worden gesneden. Ik maak wat foto’s en krijg een exemplaar. Weer een stukje boek om aan te raken.
Als straks ook het binnenwerk klaar is, kan het binden van De boom met de bittere bladeren beginnen. De exacte datum weet mijn gids niet, maar hij laat me graag zien hoe zoiets werkt.
We maken een rondgang langs de betreffende machines. Sommigen maken zo’n herrie dat de medewerker ernaast oordopjes in heeft. De techniek gaat me boven de pet, maar de basis lijkt eenvoudig: hier wordt het drukwerk gesneden en gesorteerd.
Bij een ingenieuze machine met klossen garen zal de rug van mijn boek worden genaaid. Geboeid bekijk ik hoe een rijtje naalden horizontale steekbewegingen maakt. De maximum capaciteit hier is ongeveer 3000 boeken per uur[3]. Daardoor is het totale productieproces van een boek niet zo snel.
Wanneer we even later op het kantoor aan de koffie zitten, voelt de stilte weldadig. ‘Het is de kunst om een boek zo te maken dat het mooi èn betaalbaar is,’ zegt de medewerker Productie. De uitdaging van zijn vak in een notendop.
Verstuurd vanaf mijn iPhone
LikeLike
Weer een ander resultaat dat bijdraagt aa e boek.
LikeLike
super leuk om je boek zo gemaakt zien te worden! Hele nieuwe wereld
LikeLike